De spelers worden ingedeeld in twee ploegen, die nog eens elk in twee ploegen worden verdeeld: kreupelen en blinden. De blinden van beide ploegen gaan naar een kant van het terrein, de kreupelen naar de andere kant. Van de kreupelen worden de benen samengebonden, de blinden worden geblinddoekt. Op een signaal van de leider vertrekt van elke ploeg een kreupele al huppelend naar de blinden. Als een kreupele aankomt, mag een blinde van deze ploeg vertrekken naar de kreupelen, en omgekeerd. Het ploegje waarvan de kreupelen en blinden het eerst van kant verwisseld zijn, wint.