Een speler heeft de bal, de anderen staan er om heen. De speler gooit de bal recht omhoog en roept: ‘Stand in de mand en de bal is voor Rosa’. ledereen loopt hard weg, behalve Rosa, die moet de bal pakken. Als ze hem heeft, roept ze: ‘Stand in de mand.’ Dan mag niemand meer van zijn plaats en moet Rosa proberen met de bal een van de anderen te raken. De spelers mogen wel bukken om de bal te ontwijken, maar niet van hun plaats komen. Wordt een speler geraakt, dan is die af en mag Rosa de bal omhoog gooien en een andere speler kiezen. Wordt een speler niet geraakt, dan wordt deze de nieuwe balwerper.
Geef eventueel alle spelers vooraf 3 levens.
Zodra iedereen moet stoppen, draait iedereen zich naar Rosa, met de benen wijd. Rosa probeert nu de bal door een benenpoortje te gooien. Ze mag hierbij drie stappen zetten.