De spelers zitten in een kring of door elkaar heen. Een leider begint met een zeker ritme zoals bijvoorbeeld met twee handen op beide bovenbenen slaan, dan twee keer klappen in de handen dan knippen met de vingers van de ene hand en tenslotte ook met de andere hand. Iedereen probeert dit gezamenlijk, moet lukken. Zodra dit inderdaad een beetje lukt, dan begint het namenspel. Een speler begint met het ritme en bij de eerste keer knippen in de vingers noemt hij zijn eigen naam en bij de tweede keer (dus met die andere hand), noemt hij de naam van een ander. De laatstgenoemde neemt het ritme dan over enz. Elke speler neemt dus het ritme over zodra hij wordt genoemd.
Een variatie op dit spel is Amerikaans liften