Alle spelers staan in een kring. Eén speler vertelt wat iedereen moet doen. Aan elk bevel moet het woordje ‘commando’ vooraf gaan. Wordt dat er niet bij gezegd, dan mogen de spelers het bevel niet uitvoeren en de spelers blijven dan gewoon het voorgaande commando uitvoeren. Wie een fout maakt, die is af. Hoe sneller de bevelen elkaar opvolgen, hoe moeilijker het is om ze foutloos uit te voeren. Er zijn vier commando’s: commando trappelen (ja, dat is trimmen zonder vooruit te komen), commando spring (in de lucht springen), commando grond (de grond aanraken), commando lucht (handen in de lucht).
Bijvoorbeeld: COMMANDO TRAPPELEN - iedereen trappelt - COMMANDO LUCHT - iedereen springt in de lucht - COMMANDO TRAPPELEN - trappelen - COMMANDO TRAPPELEN - gewoon doortrappelen - COMMANDO LUCHT - handen in de lucht steken - COMMANDO.. GROND - grond aanraken - COMMANDO TRAPPELEN - nu pas weer doortrappelen! - GROND - gewoon doortrappelen…
Een variatie op dit spel is Commandospel